In vier delen vertelt Charles Turpijn zijn herinneringen aan het leven in het voormalig Nederlands-Indië, de Japanse bezetting, de Bersiap in Surabaya en het leven in Nederland.
Charles F. Turpijn (1938) werd geboren in Palembang op Sumatra, maar groeide op in Surabaya op Java. Zijn vader was belastingaccountant en ging al in de jaren twintig naar Breda om carnaval te vieren met Indische schoolvrienden die op de KMA studeerden. Moeder was onderwijzeres en zowel thuis als op school stond de opvoeding in het teken van de Nederlandse cultuur. Tijdens de Japanse bezetting werd vader geïnterneerd in een voormalige KNIL kazerne in Tjimahi bij Bandung. Na de capitulatie keerde hij terug, maar tijdens de Bersiap periode werd hij opnieuw gearresteerd, dit keer door Indonesische opstandelingen. Charles vluchtte met zijn moeder en broer naar een rustige buitenwijk, maar uiteindelijk werden ze toch opgepakt en acht maanden lang gevangen gehouden in de binnenlanden van Java. Halverwege 1946 volgde de bevrijding door Engelse legertroepen. Een jaar later vertrok het gezin naar Nederland. Ze vestigden zich in Bussum. Na zijn middelbare school volgde Charles de officiersopleiding aan de KMA en vanaf 1973 gaf hij er ook les. Hij was co-redacteur van het in 1977 verschenen handboek voor de officiersopleiding ‘Welzijn en Krijgsmacht’.