Anders dan Kortjakje was mijn vader zelden ziek, werkte hij niet alleen in het midden, maar ook aan het begin en het eind van de week en ging hij zondags niet naar de kerk. Voor een ochtendritueel hoefde hij zijn pyama en zijn huis niet uit: ons audio-meubel was zijn altaar, een 45-toerenplaatje zijn hostie.
Terwijl de goedgelovigen in de kerkbankjes bezig waren met staan, zitten, knielen en meezingen, en dat wel 3 keer in een uur, had mijn vader, in kleermakerszit voor het mono-meubel op de vloer, wel 10 plaatjes gedraaid, voor én achterkant. Klep van het grammofoongedeelte omlaag geklapt, de singeltjes speelklaar gestapeld en ons kleinste broertje of zusje veilig uit de buurt van de pickupnaald.
Bij ons thuis was trouwens alles waar een snoer en een stekker aan hing van Philips. Dat had in de 2e plaats te maken met het feit dat mijn vader bij de Pope werkte. Niet die man in Rome nee, Paulus VI heette die toen, maar de aan Philips gelieerde draad- en lampenfabriek in Venlo.
In de 1e plaats natuurlijk de oorlog. Zelfs toen de oorlog al wéér langer voorbij was moest mijn vader niets hebben wat uit Japanse handen kwam. Er kleefde bloed aan die handen en dus ook aan al hun producten waar een snoer en een stekker aan hing. Dat de Jappen hem hadden gemarteld en ‘knijp’ hadden gezet, dat ze zijn vader hadden vermoord, ja, eigenlijk ook dat hij nu in Nederland was en niet meer bij de politie: allemaal de schuld van die verdomde Jap.
Op zondag mochten we langer in bed blijven en dat deden we dan ook. Maar echt uitslapen was er niet bij, daar zorgde mijn vader namelijk voor. Hij stuurde Louis Armstrong, Engelbert Humperdinck, the Fortunes, Shirley Bassey en Rudi van Dalm met ‘A Kiss to Build a Dream on’, ‘The Last Waltz’, ‘You’ve got your troubles’, ‘You and I’ en ‘Oh lieve meid ik hou van jou’ dwars door de woonkamer en 2 slaapkamermuren heen onze oren in. Stiekem vond ik de muziek die mijn ouders vroeger draaiden op z’n minst best te pruimen en op z’n meest helemaal geweldig! En dan hoor ik zelfs een ‘best te pruimen’lied nog altijd 100 x liever dan Psalm zus of zoveel. Altijd weer hetzelfde liedje over Zijn geboorte en Zijn dood, altijd weer voorafgegaan door “… in de nacht dat hij werd overgeleverd… “
Wij werden in de ochtend overgeleverd aan jazz, easy listening en pop en kregen, ik geef het toe, ook regelmatig hetzelfde liedje te horen. Als mijn vader ons wilde laten meegenieten van zijn nieuwste aanwinst of als Rudi van Dalm begon te stotteren vanwege een stofje op de naald of een krasje in de plaat:
…de Hemel hier op aar…de Hemel hier op aar…de Hemel hier op aar….