Het zaterdagverhaal voor Sawah Belanda heb ik maandag pas kunnen schrijven want er kwam iets tussen waardoor het verhaal een onverwachte wending en een heel andere afloop heeft gekregen. De afloop komt aan het einde, de wending geef ik nu al: een begrafenis afgelopen zaterdag.
Dat het over groepen zou gaan, dat is hetzelfde gebleven. Of preciezer nog: over het ongemak, de onwil en de weerzin om er deel van uit te maken. Met het laatste bedoel ik dat je me nooit voor of na een voetbal-of wat voor wedstrijd dan ook, luid schreeuwend door de straten zal zien marcheren. Voor een voorbeeld van onwil moeten we terug naar 1982, het moment waarop ik na 2 weken militaire dienst besloot om alsnog te weigeren: ik zag het niet zitten om op commando (onschuldige) mensen neer te moeten schieten. Met het eerste, het ongemak, bedoel ik bijvoorbeeld de groepsetentjes aan lange, aaneengeschoven tafels. Met 4 is prima en 5 of 6 kan nog net maar bij nóg meer krijg ik het Spaans benauwd, ik klap dicht, kan me niet meer concentreren, voel alle ogen op mij gericht en weet niet met wie ik in gesprek moet. Dat ligt niet aan die 7e of 8e tot en met zoveelste, dat ligt helemaal aan me zelf. Schuif die tafels uit elkaar en je hoort me niet meer.
Dat ik me niet wilde aansluiten bij de Indische dansgroep van de familie, de Indische geschiedenis te ingewikkeld vond, geen Indische vrienden had en niet op vakantie naar Indonesië wilde was alleen onwil wat dat dansen betreft en had absoluut niets met weerzin of bijvoorbeeld schaamte te maken. Het ging zoals het ging: vrienden maak je zoals het uitkomt en datzelfde geldt ook voor vakanties: het is maar net waar je zin in hebt.
Maar sinds ik een eigen Indische toko heb is daar duidelijk verandering in gekomen. Ik ben meer dan gemiddeld geïnteresseerd in de geschiedenis van mijn 1e, 2e en 3e generatie Indische klanten, heb Indische vrienden erbij gekregen en je wil niet weten hoeveel zin ik heb in de komende vakantie naar Indonesië!
Ok, “Wij, Indo’s…”, dat gaat me nog net iets te ver en zul je me nooit horen zeggen maar er begint al iets van een groepsgevoel bij me naar boven te komen en…
Tot zover wat ik ook op zaterdag geschreven had kunnen hebben. Maar er was een wending, ik moest naar een begrafenis, de zaak moest dicht vanwege de moeder van een goede vriendin.
Die vriendin woont nu in Frankrijk maar ik ken haar nog uit Amsterdam waar we 25 jaar geleden samen werkten in de catering van de Beurs van Berlage. Van collega’s werden we vrienden en van vrienden hele goede vrienden en ik maakte kennis met haar familie. De gelegenheid waarbij ik iedereen voor het eerst zag, volgens mij een mannetje of 20, was ook bij een begrafenis, namelijk het afscheid van haar vader. Tussen toen en nu is dat aantal van 20 wel verdubbeld, ben ik ook bevriend geraakt met de zus van de vriendin, met de zoon van die zus en een nichtje van die zoon. Zo blijf ik op de hoogte van alle ups en downs en wie er bij kwam en komt en wie er weg ging en gaat. Zoals zaterdag.
Zelf werd ik op een gegeven moment door 1 van de neefjes aan het vriendinnetje van zijn broer voorgesteld als “…een soort neef…” Niet alleen daardoor maar omdat het niet alleen droevig maar ook mooi, ontzettend leuk, hartverwarmend, hartelijk en intens was dacht ik: wat zou ik graag bij deze groep willen horen!
Dat zou dan de 2e groep zijn want de eerste is natuurlijk mijn eigen familie. De volgende stap zal dan die lange tafel zijn of mijn lidmaatschap van één of andere Indoclub en voor je het weet sta ik op een tribune in een voetbalshirt te schreeuwen of te rellen…