Gastblog: Zo Hollands en toch weer niet

In de gastblog schrijft een blogger een stuk over een zelfgekozen onderwerp met als achterliggende gedachte de verbinding met Indië/Indonesië. Deze keer schrijft Ad Landheer over zijn band met Indonesië en zijn werk voor stichting Jembatan Senang.

Een oudoom van mij heeft ergens in de jaren 70 een stamboomonderzoek gedaan naar de familie Landheer en hij is daarbij uitgekomen ergens in de jaren 1400 bij molenaars uit Oud-Beijerland. Wanneer je die stamboom doorneemt kan je maar één conclusie trekken, via mijn vaderskant sta ik garant voor minimaal 500 jaar puur belanda-schap. Ook van mijn moederskant is er niets on-hollands te vinden. Hoogstens een broer van mijn oma die voor zijn nummer als soldaat naar Nederlands Indië is geweest waardoor er bij mijn oma op de schouw een koperen tokeh lag.

Ik ben dus groot geworden met aardappelen, gehaktballen en op zondag draadjesvlees. Vanaf de middelbare school werd dat anders. Ik raakte daar bevriend met Hendy, een jongen van moluks/indische afkomst en kwam natuurlijk bij hem thuis, waar ik natuurlijk mee moest eten. Bepaald geen straf want Hendy’s moeder kon (en kan nog steeds) heerlijk koken.

Ik kwam veel bij hen over de vloer en ging ook mee naar familie. Met kerst bijvoorbeeld naar Ridderkerk naar oom Fred en zijn gezin waar we in de molukse kerk het kerstfeest vierden. “Selamat selamat datang Jesus Tuhanku” staat nog steeds in mijn geheugen gegrift.
In die tijd heb ik de nodige Indonesische woorden opgepikt en natuurlijk heel veel verhalen gehoord over Indonesië, de Molukken en hoe onze vaderlandse geschiedenis eigenlijk in elkaar zat (op school kreeg je daar niet veel over te horen en volgens mij is er nog steeds sprake van het grote zwijgen als het over die periode gaat).

In 1989 ben ik voor het eerst zelf naar dat verre land gegaan. Samen met een Moluks/Manadonese vriend van me, Ferry. En hoewel ik hierboven al heb aangegeven van zeer Hollandse afkomst te zijn, voelde het toch een beetje als thuiskomen.
De verhalen en sferen die ik in Nederland had gehoord en gevoeld kwamen daar in Indonesië echt tot leven in de geuren, kleuren en landschappen die ik zag en de mensen die ik ontmoette.

Met Ferry ging ik naar zijn familie op Java en Ambon en daar was het echt een warm nest met ooms, tantes en neven en nichten. Ik ben toen alleen ook naar de Kei-eilanden gegaan omdat Hendy’s moeder daar haar oorsprong vindt en hoewel ik daar niemand kende toen ik aankwam, zaten er zo’n 10 mensen in de vertrekhal van het vliegveld om afscheid te nemen toen ik er na drie dagen weer wegging en heeft een jongen die ik daar had leren kennen en die zich over mij ontfermde zijn dochter naar me vernoemd.
Mijn 2e opvoeding maakte dat ik me erg op mijn gemak voelde bij gewoonten, gedrag en eten van de mensen daar. Wellicht was ik inmiddels toch niet meer helemaal Hollands.

Sinds die tijd is het land aan me blijven kleven en ben ik er samen met mijn vrouw vaker heengegaan en sinds een aantal jaren zijn we in staat om ieder jaar een aantal maanden op Bali te verblijven.
Omdat we ons zeer bevoorrecht voelen, vinden we dat we iets terug moeten doen voor de mensen in onze omgeving. We steunen de plaatselijk kleuterschool (met hulp van sponsoren uit Nederland), steunen een slechtziende jongen die in de buurt intern op een school voor speciaal onderwijszit (ook weer met hulp van sponsoren uit Nederland) en last but not least zetten we ons in voor Jembatan Senang. Een schooltje voor kinderen met een geestelijke en/of lichamelijke beperking in de buurt van Candidasa.
Met dit schooltje proberen we een brug te slaan tussen deze kinderen en hun omgeving omdat dat helaas nog niet vanzelfsprekend is op Bali. De Indonesische woorden die ik vroeger al had opgepikt maakten het makkelijker om me de taal iets beter eigen te maken (nog steeds niet voldoende maar ik kan me redden).

Al met al is deze Hollandse jongen toch behoorlijk verankert geraakt in Indonesië….

Ad Landheer is geboren in Den Haag, heeft gewerkt bij het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, is woonachtig in Waddinxveen en samen met zijn vrouw zeer regelmatig te vinden in het oosten van Bali. Daar werkt hij op een aantal manieren mee aan het verbeteren van de mogelijkheden tot onderwijs voor kinderen.
Een van die manieren is zijn bestuurslidmaatschap van Jembatan Senang (de gelukkige brug). Een door een gepensioneerd, Nederlands echtpaar opgezet schooltje voor kinderen met een geestelijke en/of lichamelijke beperking in de desa Samuh (onderdeel van Candidasa) op Bali.
Zie de website voor hoe je hen kan steunen www.jembatansenang.nl of de facebookpagina van Jembatan Senang.

ad01

 

 

  • Geplaatst op:

    3 april 2016

  • Categorie:

    Algemeen