Het monument Sawah Belanda staat niet alleen. Het Comité van Aanbeveling bestaat uit personen die de doelstellingen van onze culturele stichting Sawah Belanda onderschrijven en derhalve hun naam aan het monument Sawah Belanda willen verbinden. Het doel is om de bekendheid van het monument en de stichting monument Sawah Belanda te vergroten. Ze dragen het monument Sawah Belanda een warm hart toe. Ze staan achter de doelstelling en activiteiten van de stichting Sawah Belanda en maken dit ook binnen hun netwerk kenbaar. Het Comité van Aanbeveling heeft geen bestuurlijke taken en oefent ook geen invloed uit op het beleid.
Joyce Bloem: overleden 22 mei 2017
Het Park. Op deze plek in Arnhem staat een Indisch monument. Het monument met Indische verhalen van Marion Bloem waardoor de geschiedenis van Indische mensen gaat leven. Wat is Indisch: Zijn en voelen? De aanpassing van binnen- en buitenwereld. Sawah Belanda heet ons project. Een site specific installatie in een park in 2005. Toen… 60 jaar na dato.
Een landschap in Nederland. Park Sacre Coeur. Sawah Belanda. Een Indisch landschap, dat ooit tot droom werd in Nederland. In dit kunstwerk van Joyce Bloem komen aspecten van beelden samen om Indische verhalen te gedenken. Die vormen de Verbinding tussen verleden, heden en toekomst.
Joyce Bloem is creative director van ConstructArt. Zij coördineert kunstopdrachten in de openbare ruimte, zij ontwerpt, adviseert en draagt zorg voor de uitvoering van het ontwerp. Haar Kunst wordt hierbij gekenmerkt als kunstoepassing in de openbare ruimte in de ruimste zin van het woord, ook in de architectuur. Beeldend Kunstenaar Joyce Bloem is de ‘architect’ van ConstructArt, waar nodig schakelt zij “adviseurs’ en derden” voor haar kunstprojecten in. “Nabij is wat mijn wezen innerlijk raakt of wat mij wezenlijk interesseert, de bron van inspiratie ligt in de vervlechting van de herinnering van het landschap van mijn ziel en de verbeelding daarvan in het artistieke proces. Het individuele en collectieve geheugen waar ik uit put is steeds op een verbeelde d.w.z. verdichte wijze in mijn werk aanwezig “. Beide elementen oost en west zijn in mijn opgroeien altijd nauw met elkaar verbonden, ik vind het heel gewoon. De verte is niet het verre of het verwijderde. Ze heeft wel een ruimtelijk karakter, het land dat in mij woont
De betekenis van het Indisch Monument Sawah Belanda: Wij vragen op deze plek aandacht voor onze Indische geschiedenis, voor de verhalen van onze voorouders die niet meer met ons zijn, opdat wij ze nooit vergeten en dat wij door Sawah Belanda als monument in ere houden getuigen dat onze voorouders onze inspiratiebron zijn en zullen blijven. ‘Dank aan hen die voor ons zorgden, streden en ons onvoorwaardelijk hun liefde gaven.’
Marion Bloem
Ivan Wolffers
Maarten Molenaar
Ik ben Maarten Molenaar, van opleiding chemisch en microbiologisch laborant en levensmiddelentechnoloog. In het dagelijks leven, naast trotse man en vader van drie kinderen, actief als hoofd van de afdeling kwaliteit bij de firma DO- IT in Barneveld.
Ons bedrijf is actief in de import en export van, uitsluitend biologische, levensmiddelen. Hiermee treden wij in de voetsporen van Nederlandse handelaars sinds de tijd van de beroemde compagnieën. Omdat wij ook veel rijst importeren kwam er op zekere dag een belletje van Joyce Bloem: of wij misschien rijst hadden die zou kunnen groeien (en bloeien) in het Nederlandse klimaat.
Op mijn vraag waar dat voor moest dienen deed Joyce, met kenmerkend enthousiasme, haar verhaal en zo begon onze geschiedenis als leverancier van het zaaigoed voor Sawah Belanda. Dit overigens mede dankzij betrokkenheid van de rijst producent, firma WBT in Italië.
Indië en de connectie met Nederland heeft mijn belangstelling omdat ik verwant ben aan Jan Willemszoon Verschoor, die in 1605 president was van het VOC kantoor te Bantam. In feite waren hij en zijn mede kolonisten de oorzaak van de Indonesisch-Nederlandse samensmelting. Omdat ik het van groot belang vind dat de geschiedenis en verhalen van de Indo met de mooie herinneringen maar ook de moeilijke aspecten bij toekomstige generaties bekend blijven ondersteun ik van harte het monument Sawah Belanda.
Reggie Baay
Reggie Baay (Leiden, 1955) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar hij zich specialiseerde in de koloniale en postkoloniale literatuur en geschiedenis. Van 1985 tot 2005 was hij als redacteur verbonden aan het tijdschrift Indische Letteren en publiceerde hij vele artikelen op het gebied van koloniale geschiedenis en koloniale literatuur.
In 2005 verscheen zijn autobiografisch getinte roman De ogen van Solo; de geschiedenis van een Indische vader gezien door de ogen van een zoon. Deze roman beleeft nu z’n vierde druk. In 2008 verscheen De njai; Het concubinaat in Nederlands-Indië. Een studie over de geschiedenis van de Indische ‘oermoeder’, de inheemse concubine van de Europeaan in het koloniale Nederlands-Indië. Het boek bracht zeer veel teweeg en mag taboedoorbrekend worden genoemd. Al binnen enkele weken na verschijning moest het dan ook worden herdrukt. Het boek werd in de landelijke pers uitvoerig besproken . ‘Een onmisbaar boek over ons koloniale verleden’ (NRC Handelsblad), ‘Een mooie en gedetailleerde studie van een vrijwel onbeschreven blad van de koloniale geschiedenis’ (Volkskrant), ‘Een klein monument voor de njai’ (Parool) en ‘Een gedegen historisch onderzoek, met prettige afstand, maar niet academisch, opgeschreven’ (Trouw), waren enkele kwalificaties die het boek ten deel vielen. Inmiddels is de zesde druk verschenen en is het boek ook in het Indonesisch vertaald.
In mei 2010 verscheen zijn Portret van een oermoeder. Beelden van de njai in Nederlands-Indië, een vervolg op De njai waarin de onbekende wereld van het koloniale concubinaat letterlijk in beeld wordt gebracht. Enkele reacties: ‘Met dit werk, prachtig uitgegeven, zet de auteur de oosterse oermoeders krachtig op de kaart. Voorbij is de periode dat zij ‘ongezien’ waren.’ (Jill Stolk, Den Haag Centraal) En:‘Reggie Baay heeft in De njai; Het concubinaat in Nederlands-Indië , liefdevol een klein monument voor deze vrouwen opgericht. Nu zet hij er met Portret van een oermoeder; Beelden van de njai in Nederlands-Indië nog een monumentje naast.’ (Parool). In november 2010 kwam vervolgens Ik ben / Aku adalah in boekvorm uit. Deze theatermonoloog, geschreven in opdracht van Toneelgroep De Appel in het kader van het theaterproject De Tuin van Holland. De mythe van de nationale identiteit, is een vlammend pamflet over identiteit. ‘Een prachtig lied van woede, wanhoop en hoop’, zo noemde Alain Pringels, dramaturg van Toneelgroep De Appel, deze monoloog.
In mei 2012 verscheen een nieuwe roman van Reggie Baay: Gebleekte ziel. Enkele reacties in de pers: ‘… de fictionalisering en de vertelwijze doen de lezer op zeer indringende wijze voelen wat er aan beschamends is gebeurd in deze uithoek van onze nationale geschiedenis. Tegen zo’n historische roman kan geen geschiedenisles op.’ (Vrij Nederland). ‘Reggie Baays hoofdpersoon is van die vervreemding tussen oost en west het tragische slachtoffer. Hij is oosters noch westers. Deze identiteitscrisis geeft de literaire traditie een nieuwe wending.’ (NRC Handelsblad). En: ‘Fascinerende roman. Het boeiendste boek van het afgelopen halfjaar.’ (Literair Nederland).
Het nieuwe boek van Reggie Baay, Daar werd wat gruwelijks verricht, over de onbekende geschiedenis van de koloniale slavernij in Indië, ligt sinds dinsdag 13 januari 2015 in de boekwinkels. In NRC Handelsblad verscheen op 16 januari 2015 al een recensie: ‘In een bij vlagen meeslepend boek wordt aan de hand van treffende, vaak wrange anekdotes een veelal onbekend beeld geschetst van de ‘koloniale’ slavernij in Indië.’ Waardering: 4 stippen (= zeer goed). Ook in België is het boek goed ontvangen. Lode Vanoost van De Wereld Morgen schrijft in de aflevering van 8 april 2015 onder andere: ‘Reggie Baay schreef met ‘Daar werd wat gruwelijks verricht’ een uitmuntend en cruciaal onderzoekswerk.’ En: ‘Reggie Baay heeft met dit boek prachtwerk verricht dat Belgische onderzoekers kan inspireren om hetzelfde te doen.’
Marc Tierolf
Ik ben Marc Tierolf een 3e generatie Indische jongen met veel passie voor het Indische erfgoed. Mijn vader is een Scheveninger en mijn moeder een Indische geboren in Jakarta. De Indische cultuur is mij met de paplepel ingegoten door mijn opa en oma en zeker door mijn overgrootmoeder die daar in huis woonde.
Indisch eten was bij ons in de familie erg belangrijk en dat werd ook elke vrijdag en zaterdag gedaan als wij daar bleven eten. Het Indisch zijn was gewoon en je nam het aan. Ik zag mijn oma en overgrootmoeder samen in de keuken staan, oma djongkok met de tjobek en de oelekan in de weer om heerlijke boemboe’s te maken.
Op mijn 15e ben ik voor het eerst op vakantie geweest naar Indonesië, samen met mijn oma, oudtante en mijn ouders. Daar ben ik geraakt door het land, de mensen maar ook door mijn eigen Indisch zijn. Sindsdien ben ik mij gaan interesseren in alles wat Indisch is. Ik ben na de middelbare school naar de Middelbare Hotelschool gegaan, waar ik van mijn praktijkleraar altijd op mijn kop kreeg omdat ik alles van mij af schilde en niet zoals het “hoorde” naar je toe. Daarna heb ik bij verschillende Indische en Indonesische restaurants gewerkt.
Het Indische koken bleef mij fascineren, en na de dood van mijn oma erfde ik de handgeschreven kookschriften van mijn overgrootmoeder Mimie Georgine van Spanje – de Liser de Morsain “Oma Miet”. Zij had in Batavia al sinds 1922 een toko/cateringbedrijf. Na verhalen van mijn oudtante gehoord te hebben over het bedrijf ben ik ongeveer 1,5 jaar geleden begonnen de Ketjap Sedeng te maken zoals mijn overgrootmoeder dit had beschreven in haar kookschrift. Deze ketjap is minder zoet dan de manis en viel eigenlijk bij een ieder in de smaak. Het ging zo goed dat ik een bedrijf heb opgezet naast mijn werk als verzekeringsadviseur bij de Nationale Nederlanden. Het bedrijf heb ik genoemd naar het adres in Batavia/Jakarta waar mijn familie tot 1958 gewoond heeft “Tjemaralaan 14”.
Ik kan nu de culinaire erfenis van mijn overgrootmoeder overbrengen aan anderen en hun laten ervaren wat de “Echte Indische smaak” is. Dit is mijn passie en ben hier dagelijks mee bezig zoals het maken van spekkoeken, kwee lapis, klepon, het geven van Indische kookworkshops en catering.
Mijn motivatie om deel te nemen aan het comité van aanbeveling van Sawah Belanda is dat ik het een geweldig initiatief vind! Een plek om tot rust te komen en te overdenken, een plek om feest te vieren en een plek van bezinning. Onze Indische geschiedenis mag niet vergeten worden en met Sawah Belanda ben ik ervan overtuigd dat mede hierdoor het nooit vergeten zal worden.
Alex van Hooff
A.P.J.M. (Alex) van Hooff (Arnhem, 5 november 1971) is een Nederlands dierentuindirecteur van Koninklijke Burgers’ Zoo en natuurbeschermer.
Van Hooff groeide op in Burgers’ Zoo in Arnhem, waar zijn ouders directeur waren. Van Hooff studeerde Internationale economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na het overlijden van zijn vader Antoon van Hooff in 2004, werd hij aangesteld als directeur van de dierentuin. Verder is hij onder andere bestuurslid van de stichtingen Future For Nature, International Tropical Conservation Foundation en van de Federatie Internationale Natuurbescherming.
Onder zijn leiding werden diverse grote vernieuwingsprojecten opgezet. In 2007 werd het Safari Meeting Centre geopend en in 2008 het Burgers’ Rimba. In 2012 bouwde Van Hooff een overdekte speeltuin en restaurant in de vorm van een Zuid- en Midden-Amerikaans jungledorp. In 2013 mag Van Hooff zijn familiebedrijf Koninklijk noemen, vanwege het 100-jarig bestaan van het park.
Hetty Naaijkens-Retel Helmrich
Mijn naam is Hetty Naaijkens-Retel Helmrich. Ik ben op 8 november 1955 geboren te Bandoeng in de voormalige Nederlands-Indonesische unie. Van 1989 tot 2005 produceerde ik tientallen documentaires en speelfilms binnen mijn bedrijf Scarabeefilms. De rode draad in alle door mij geproduceerde films is: „overleven in moeilijke omstandigheden.” Deze lijn heb ik vooral ook voortgezet in de twee door mijzelf geregisseerde documentaires „Contractpensions-Djangan Loepah!” en „Buitenkampers-Boekan Main”. Ik heb de Nederlands-Indische geschiedenis van tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog en de repatriëring en de opvang in Nederland in deze films uit de vergetelheid gehaald en geconserveerd voor het nageslacht. Ik ben er trots op dat het me gelukt is het lange zwijgen over deze pijnlijke periodes te doorbreken.
Zoals deze films een monument zijn voor degenen die dit alles hebben moeten meemaken, is Sawa Belanda een monument dat bij deze langverzwegen Nederlands-Indische geschiedenis stilstaat. Een prachtig staaltje poëzie en natuur in een heerlijk park, waar het goed toeven is.
Kolonel Michiel C. Dulfer
Kolonel Dulfer is oud-commandant van het Koninklijk tehuis voor oud militairen en het museum Bronbeek in Arnhem.
Interview met Michiel C. Dulfer
Arnhem, 22 maart 2016
Het gesprek met Michiel Dulfer vindt plaats in de commandantwoning, gelegen voor museum Bronbeek tevens verzorgingstehuis voor maximaal 50 oud militairen.
Deze prachtige villa stond er al voordat het achterliggende museum werd gebouwd. De villa diende als buitenverblijf paleis voor koning Willem de derde. Deze koning gaf opdracht om een geschikte locatie te bouwen, naar het voorbeeld van het Hotel des Invalides in Parijs. Direct met deze opdracht werd ook aangegeven dat de verzorgingsinrichting dusdanig moest zijn, dat er ook een militair museum ingericht kon worden. De bouw vond plaats van 1860-1862.
Op dit moment verblijven er 44 oud militairen in het tehuis. Bij mijn komst hing de vlag halfstok er was juist een van de bewoners overleden. Van deze 44 bewoners zijn er nog 5 die gediend hebben bij het KNIL, waarvan 3 voor de oorlog 1940-1945. Op dit moment zijn er nog 600 tot 700 oud KNIL militairen in leven.
Als jonge jongen kon ik mij herinneren dat het bijzondere uniform regelmatig zichtbaar was in Arnhem en dat is nu geheel uit het stadsbeeld verdwenen. De oud militairen dragen nu moderne uniformen. Een uitzondering wordt gemaakt voor de 5 genoemde KNIL militairen. Bij speciale gelegenheden dragen zij het originele uniform.
Op mijn vraag “hoe wordt je nu commandant van Bronbeek” antwoordt Michiel “daar wordt je voor gevraagd”. Voorheen werd een operationele functie bekleed in het buitenland. Een opleiding werd gevolgd aan de hogere krijgsschool.
Michiel heeft een bijzondere brede belangstelling voor de geschiedenis. In het bijzonder de Franse tijd onder keizer Napoleon, een prachtige buste van Napoleon siert zijn werkkamer. Gezien de representatieve functie is het ook belangrijk dat de partner zich hierbij thuis voelt.
Er is een sprake van een gecombineerde functie die bestaat uit 4 hoofdtaken:
• Het museum
• Het tehuis voor oud militairen
• Het bieden van reünie faciliteiten
• Het gedenken en herdenken van de oorlog in Zuid- Oost Azië en de daarbij ontstane terreur
Michiel verblijft zoveel als mogelijk is op Bronbeek en woont hier ook gedeeltelijk.
Op Bronbeek zijn op dit moment elf gedenktekens 24 april zal het Banghi Nan monument onthuld worden ter nagedachtenis aan dit interneringskamp. Ook wordt nagedacht over een twaalfde monument specifiek voor de Bersiap periode. Alle monumenten gaan over Nederlands-Indie en de tweede wereldoorlog.
In het museum zelf is iedere 10 jaar een permanente tentoonstelling, de huidige loopt tot 2020. Drie maal per jaar wordt een wissel tentoonstelling verzorgd zoals nu op dit moment voor de rol die Pa van der Steur in de Indische gemeenschap heeft gespeeld. Bij de opening was een delegatie van het bestuur Sawah Belanda aanwezig. Eigenlijk is er sprake van een permanent gebrek aan ruimte voor alle bezittingen die tentoongesteld kunnen worden. D.m.v. de wissel tentoonstellingen kon dit worden opgevangen.
Op het terrein van Bronbeek bevindt zich ook de Kumpulan. Dit is een private instelling en ontmoetingsruimte. Tevens is het Indisch herinneringscentrum op het landgoed gevestigd.
Michiel beschouwt de relatie tot de Sawah Belanda als een natuurlijke binding. Op slechts een steenworp van dit prachtige museum ligt ons monument. Op dit moment wordt gewerkt aan een samenwerkingsverband, waarbij door de gidsen van Bronbeek ook de Sawah Belanda in de wandelroutes kan worden opgenomen. Een initiatief dat door Michiel van harte wordt ondersteund.
Ons monument bestaat dit jaar 10 jaar en Michiel is verheugd dat juist nu meer aandacht voor het monument wordt gewerkt. Vanuit Bronbeek zal hier alle medewerking aan worden verleend.
Op 31 maart 2017 zal Michiel zijn mandaat over moeten dragen. In de hal van het museum hangen de foto’s van zijn voorgangers. Vanaf het moment dat ik als 5 jarig jongetje aan de hand van mijn opa voor het eerst het museum bezocht is de 12e foto van Michiel.
De gereserveerde tijd voor dit gesprek werd ruimschoots overschreden. Dit kwam niet in de laatste plaats door de vele anekdotes die Michiel wist te vertellen en zijn enorme betrokkenheid illustreerden. Deze vallen buiten het bestek van dit interview. Maar misschien vinden wij deze nog eens terug op onze website bij Herinneringen.
Meer informatie over Bronbeek kunt u vinden in het boek Bronbeek Tempo Doeloe der liefdadigheid en of de catalogus Museum Bronbeek. Ook de website van bronbeek verschaft veel bijzondere informatie. Niet onvermeld mag blijven dat u ook lid kunt worden van de Stichting vrienden van Bronbeek.
Don Bockman, voorzitter
E.W. Zajdenband
Arnhem, 10 maart 2016
Uitwerking interview met de heer E.W. Zajdenband, d.d. 7/3/2016, regiodirecteur Arnhem Overbetuwe, Attent Zorg behandeling.
De Sawah Belanda is gelegen in het park wat eigendom is van Regina Pacis, onderdeel van Attent zorg behandeling.
Vandaag zijn we in gesprek met de directeur de heer Wil Zajdenband. Directe aanleiding voor dit gesprek vormen hierbij de goede band met onze stichting met de directie en medewerkers van Regina. De heer Wil Zajdenband is tevens toegetreden tot ons Comité van Aanbeveling.
Wil geeft aan dat het 60 jaar geleden is dat Regina haar poorten opende als het eerste verpleeghuis en revalidatiecentrum van Nederland. Regina heeft zich decennia toegelegd op het willen verplegen en behandelen van kwetsbare ouderen met als hoofddoel reactiveren en revalideren.
In 1952 kwam het eerste gebouw gereed en dit werd in 1955 geopend. Tweemaal vond er een verbouwing en een herbouw plaats in 1980 werd de toenmalige herbouw geopend. In 2009 vond nogmaals een vernieuwing plaats om de bewoners de accommodatie te kunnen bieden die past bij deze tijd. In 2006 verbleef mijn vader gedurende een half jaar op een kamer die hij moest delen met 3 andere cliënten. Bij de opname van mijn moeder in 2015 kreeg zij de beschikking over een prachtige kamer met tal van voorzieningen voor haar alleen. In 2009 werd gestart met een volledige nieuwbouw, het oude gebouw verdween. In juli 2011 kon deze worden afgerond en heeft geleid tot het prachtige gebouw met de modernste voorzieningen zoals wij dit nu aantreffen. De accommodatie biedt plaats aan 162 cliënten, 102 vaste plaatsen en 60 tijdelijke plaatsen. Het aantal medewerkers 250 en daarnaast zijn er ook 140 actieve vrijwilligers.
Sinds 4 jaar is Wil Zajdenband directeur bij Regina, altijd al werkzaam geweest in de ouderzorg en al 30 jaar werkzaam geweest voor dezelfde werkgever. Hij heeft hierbij altijd leiding gegeven aan grotere organisaties. Want naast deze taak wordt ook sturing gegeven door Wil aan twee andere verpleegtehuizen in Velp en Elst en de thuiszorg eerste lijnsbehandeling.
Wil benadrukt tijdens het gesprek dat het verleden bepalend is voor het heden en dat herdenken hierbij in de breedste zin van het woord belangrijk is.
Dat geldt in het bijzonder voor de naoorlogse periode gezien de vele offers die zijn gebracht. Wil vindt de samenwerking met onze stichting vanzelfsprekend en hoefde bij ons eerste verzoek om medewerking hierbij niet lang na te denken. “Wij werken graag samen om de herdenking op 15 augustus, daar waar dit kan te faciliteren. Wij willen het jullie mogelijk maken om hier inhoud aan te geven. De mensen die hier wonen hebben ook de oorlog meegemaakt en dit aan de lijve ondervonden. Het behoort tot onze verantwoordelijkheid om dit mogelijk te maken. Onze cliënten hebben hier veel aan en zo ontstaat een win-win situatie”.
Wil heeft veel gevoel en betrokkenheid bij de mensen die een trauma hebben opgelopen bij de oorlog. “Dat is het meest afschuwelijke wat mensen toe doen en wat voorkomen had kunnen worden”.
Voor de herdenking 15/8/2015 deed het bestuur voor het eerst een beroep op de faciliteiten van Regina en dat is buitengewoon goed verlopen en we kunnen terug kijken op een buitengewoon geslaagde herdenking met veel bezoekers.
Inmiddels zijn we kind aan huis bij Regina. Hier houden we ook onze bestuursvergaderingen die door Regina worden gefaciliteerd. Kortom in een jaar tijd is een hechte band en innige samenwerking ontstaan. Ook voor de herdenking het komende jaar en de viering van het tien jarig bestaan van het monument is alle medewerking toegezegd.
We zijn er bijzonder blij mee dat deze samenwerking nog eens extra wordt bekrachtigd doordat Wil Zajdenband deel uit wil maken van ons Comité van Aanbeveling.
Don Böckman
Wilt u meer weten over regina Pacis, raadpleeg dan de website www.attentzorgen behandeling.nl
Frans Leidelmeijer
Mei Li Vos
Het is belangrijk dat de herinnering aan ons verleden gekoesterd wordt.
Dr. Mei Li Vos, oud- tweede kamerlid voor de PvdA
Yvonne van Genugten
Yvonne van Genugten is directeur van het Indisch Herinneringscentrum (IHC). Zij studeerde Indonesiche talen en culturen en heeft gedurende 10 jaar aan de Universiteit Leiden gewerkt bij uitwisselingsprojecten tussen Nederland en Indonesië. Na twee management functies bij resp. HTM Selected Services en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, is zij sinds november 2009 directeur van het IHC. Het IHC is gevestigd op landgoed Bronbeek in Arnhem, op een steenworp afstand van de Sawah Belanda.
Het Indisch Herinneringscentrum is het Indisch geheugen voor de toekomst. Het houdt de herinnering levend aan de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië en de daaropvolgende dekolonisatie. Deze hadden een grote impact op de levens van Indische Nederlanders. De Indische geschiedenis is een onderbelichte episode in de vaderlandse geschiedenis. Meer bekendheid erover leidt tot een beter begrip van actuele gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen die verwant zijn aan deze historie. En door te herinneren, gedenken en herdenken blijft het Indische verhaal ook in de toekomst geborgd.
Zo zorgt de stichting Monument Sawah Belanda er ook voor dat het Indische verhaal doorverteld wordt en dat de herinneringen worden doorgegeven. Dat kan op een prachtige serene plek als Sawah Belanda, een van de postkoloniaal monumenten in Nederland.
Ik ondersteun het werk van de stichting Monument Sawah Belanda van harte: ten eerste omdat hiermee de Sawah Belanda (een Indische plek in Nederland) voor de toekomst wordt behouden en ten tweede omdat de plek hiermee ook als herinneringsplek nieuw leven in geblazen wordt.
Shelly Lapré
Inspiraties van Nederlands-Indië Shelly Lapré
Verhalen, foto’s en spullen van haar ouders uit het voormalig Nederlands-Indië inspireren Shelly voor haar werk als beeldend kunstenaar en docent.
In 2011 heeft zij samen met haar ouders de huizen in Indonesië bezocht waar zij vóór, tijdens en na de oorlog gewoond hebben. De verwerking van hun verhalen, pijnlijk, verdrietig of anekdotisch, komen tot uitdrukking in een positief werkproces. Het resultaat zijn haar kunstwerken in verschillende technieken.
Shelly: “ Tijdens het werken in mijn atelier, voel ik de verbinding tussen verleden, heden en toekomst die nog meer versterkt wordt als ik met familiefoto’s werk. Ik bewerk oude koffers van mijn ouders uit Indië en maak grafische fotoafdrukken op oude boekkaften en papier, dit combineer ik later met collage, batikken en schilderen. Oude Familieherinneringen leven opnieuw in kunstwerken en krijgen een andere meerwaarde die vooral met liefde gemaakt worden. Het zwijgen van verleden wordt beeldend zichtbaar op een positieve manier”.
Op deze manier geeft zij workshops aan iedereen van welke afkomst dan ook. Want iedereen is uniek en heeft een eigen verhaal te vertellen die de moeite waard is om een mooie tastbare herinnering van te maken. De workshops zijn heel toegankelijk, vooral leuk om te doen en altijd verrassend goed!
Haar motivatie om in het Comité van Aanbeveling plaats te nemen is: “Onze (Voor)ouders van Nederlands-Indië mogen niet vergeten worden. Het verleden, hoe pijnlijk ook, kan met liefde opnieuw leven, naar het nu en voor de toekomst in positieve activiteiten die mensen inspireren om mee te doen. De doelstelling van Sawa Belanda en mijn project staan gelijk met elkaar, met onze samenwerking kunnen wij ons nog sterker maken voor nog meer bereik…”
Shelly Lapré
Atelier INDEBROUWERIJ
Emmastraat 53
5724 PN Asten
T 0623432091 www.shellylapre.nl info@shellylapre.nl
Simon Tahamata
Simon Tahamata is toegetreden tot het comité van aanbeveling.
Simon is van Zuid-Molukse afkomst, heeft bij Ajax gespeeld en kwam 21 keer uit voor het Nederlands elftal. Momenteel is hij jeugdtrainer bij Ajax en is oprichter van de Simon Tahamata Soccer Academy.
Hannet Rodenrijs
Naast mijn portretten in opdracht richt ik mij sterk op hetgeen mij het meest boeit, namelijk de fascinerende schoonheid die ik ervaar in de grote variëteit, die de vele volkeren op aarde kenmerken. Samen met mijn echtgenoot heb ik inmiddels vele continenten mogen bezoeken. De impressies van de beelden die me zijn bijgebleven, vertaal ik veelal thuis in mijn atelier in Oosterbeek op grote schilderijen. Ik wil graag een stukje van die schoonheid laten zien. Juist de vaak volstrekt “andere” cultuur, geniet ik intens.
Onze meest recente reizen brachten ons – naast Afrika – ook in Bali . De volstrekt eigen cultuur , die wij daar aantroffen, maakte dat ik daar in korte tijd al 3 keer ben geweest. Hier troffen wij zeer vriendelijke, integere, en authentieke bewoners aan. Daarnaast maakt de waanzinnig rijke vegetatie, de sympathieke Hindoe religie, de verrukkelijke Balinese keuken, en vooral het heerlijke klimaat, dat wij hier waarschijnlijk nog vele malen naar toe zullen gaan. Onze lievelingsplek in het noorden van Bali heet ; Hotel Pantai Mas , The spiritual Abode. Het is een heel bijzondere plek , die een magische weerspiegeling bevat van de essentie van elke religie en cultuur . Pantai Mas is prachtig gelegen tussen de zee, de rijstvelden en de bergen . Zie www.pantai-mas.nl. Ik heb onlangs vorm gegeven aan het maken van een levensgroot schilderij , genaamd : De 4 meisjes van de Pantai Mas . Een toelichting is bij mij te verkrijgen. Ten gevolge van vooral mijn echtgenoot’s literaire voorkeur ( Multatuli , Marion Bloem, Jeroen Brouwer , Hella Haasse, enz.) hebben we ons bezoek aan Bali, als een soort “thuiskomen” ervaren.
Onmiddellijk na mijn eerste reis heb ik een muurschildering in het hotel van Landgoed Avegoor in Ellecom mogen maken. Het werd een offerende Balinese vrouw. Het goud van Bali en het diepe blauw , wat ik o.a. zag in het Branco museum in Ubud, waren belangrijke ingrediënten.
Ter gelegenheid van de presentatie van het boek – het Bali van Bloem – ontmoette ik Marion Bloem. Haar heb ik als model gevraagd voor mijn laatst gemaakt serie: van Afrika naar Bali. Nadat ik haar bij haar thuis heb bezocht, waar zij voor mij geposeerd heeft, heb ik 2 schilderijen van haar gemaakt. Een bijzondere ontmoeting met een beeldschone vrouw.
Mijn werk wordt gekenmerkt door mijn voorkeur voor een multiculturele samenleving, waarbij respect en bewondering voor ieders achtergrond en authenticiteit dient te worden benadrukt. Door dit te accentueren, te vergroten – bv door mijn portretten – ontstaat mogelijk een harmonieuze samenleving waarin we ontspannen kunnen leven met elkaar. Vanuit deze filosofie onderschrijf ik dan ook de doelstelling van de stichting Sawah Belanda; de plek / het park ken ik en draag dit een heel warm hart toe.
Atelier: Hannet Rodenrijs, Rozensteeg 2a, 6862 DH Oosterbeek. www.hannetrodenrijs.nl
Fridus Steijlen
Fridus: ,,Ik ben antropoloog en momenteel senior onderzoeker bij het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden waar ik mij bezig hou met postkoloniale migratie en modern Indonesië. Dat laatste doe ik door op acht locaties het dagelijkse leven op video vast te leggen en elke vier jaar naar dezelfde plek terug te gaan om opnieuw opnames te maken. Wat betreft de postkoloniale migratie ben ik bezig met een boek over Indische organisaties en schrijf ik regelmatig artikelen over Molukkers en soms Indische Nederlanders over uiteenlopende dingen: zoals migratiegeschiedenis, dekolonisatie, herdenkingen en monumenten. Daarnaast ben ik actief in een projectgroep van het Moluks Historisch Museum. Wij organiseren activiteiten namens dat museum en geven maandelijks een digitale nieuwsbrief uit, waarvan ik de vast columnist ben.
Sawah Belanda ken ik uit de tijd dat ik, tussen 2005 en 2008, het Indisch Knooppunt coördineerde. Dat was een project van het KITLV en het Indisch Wetenschappelijk Instituut in het kader van de Gebaargelden. Op onze website stond een foto van Sawah Belanda. Ik heb toen Joyce Bloem over haar werk en Sawah Belanda geïnterviewd. Het interview met Joyce en de kijk die ik daarna op Sawah Belanda kreeg zijn voor mij nog steeds een inspiratiebron om na te denken over wat Indisch is, of Indonesisch, of Nederlands; maar vooral ook hoe we daarnaar kijken.
Vanwege de publicatie van ‘Postkoloniale Monumenten in Nederland’ in 2011 wordt ik zo nu en dan gevraagd een lezing te geven. Ik heb dat al meerdere keren op Bronbeek gedaan. Na de inleiding loop ik dan het liefste met de mensen langs de monumenten op het landgoed om ze de monumenten te ‘laten ruiken’. Als er tijd is lopen we door naar Sawah Belanda, waar ik uitleg hoe Nederlandse dijken water binnenhouden en zorgen voor irrigatie van de rijstteelt, en waarom dat Indisch is. Ik wijs op het verhaal dat Marion Bloem op de stenen tafels rond de Sawah vertelt. En steevast eindig ik met de uitnodiging om over de dijkjes van Swah Belanda te rennen zodat ze ervaren wat het is om in de voetstappen van de vader van Joyce te treden. Hij rende immers in Indië over dergelijke dijkjes met een vlieger in zijn hand. Dat is de manier om Sawah Belanda als Indisch monument te ervaren en voelen.”
Check mijn projecten via kitlv.
Check voor het Moluks Museum (en de nieuwsbrieven) Museum Maluku.
Check voor Sawah Belanda met audiofragment op Indisch Knooppunt.
Alfred Birney
Alfred Birney is een auteur van een groot oeuvre van romans, novellen verhalen en essays waarin zijn Nederlands-Indische familie geschiedenis een centrale plaats in neemt.
Griselda Molemans
Tijdens de presentatie van het boek INDO van Marion Bloem begin deze maand hadden Gerhard en Don een gesprek met Griselda en daarbij gevraagd of zij toe wilde treden tot ons comité van aanbeveling. Zij liet ons weten dat een eer te vinden.
”Griselda Molemans is werkzaam als onderzoeksjournalist en documentairemaker. De afgelopen tien jaar heeft ze het uitgebleven rechtsherstel voor de Indische gemeenschap tot speerpunt van haar research gemaakt. ”
Abdelkader Benali
”Op 3 maart 2020 mocht ik Marion Bloem een interview afnemen bij de presentatie van haar nieuwe boek INDO. Veel van wat in dit boek aan de orde komt is voor mij herkenbaar. De ontworteling is een tragedie voor mensen die vanuit een andere wereld naar Nederland komen. Neem de Indische Nederlanders. Die mensen werden gerepatrieerd en achter de duinen van Den Haag gedropt. Zelf ben ik in 1975 in Marokko geboren en op jonge leeftijd naar Rotterdam in Nederland gekomen, waar mijn vader een slagerij had. Evenals Marion heb ik mij ontwikkelt tot schrijver. Op 21 jarige leeftijd debuteerde ik met de roman Bruiloft aan Zee, waarvoor ik de Geertjan Lubberhuizen prijs ontving. Mijn 2de roman de Langverwachte, (2002) werd bekroond met de Libres literatuurprijs. Inmiddels maak ik zelf een deel uit van de jury voor de toekenning van deze prijs. Het is goed om onze geschiedenis te kennen en door te geven waar wij vandaan komen. Vandaar dat ik ook het Indisch monument de Sawah Belanda in dit kader als belangrijk ervaar. Dat wij stilstaan en gedenken en de geschiedenis doorvertellen aan de volgende generaties. De Sawah Belanda vormt daar een belangrijke bijdrage in. ”
Dido Michielsen
Voor Dido Michielsen (1957) bestond het Indisch Erfgoed tot kort vooral uit Indisch eten en koken. En uit talloze spullen die haar grootouders meenamen toen zij zich voor de Tweede Oorlog voorgoed in Nederland vestigden. En dat terwijl haar beide ouders uit Nederlands-Indië afkomstig zijn, haar moeder werd geboren op Java, haar vader op Sumatra. Dit alles veranderde drastisch toen zij aan haar eerste (Indische) roman
begon, na diverse non-fictie titels te hebben geschreven. In september 2019 publiceerde zij Lichter dan ik, een historisch verhaal gebaseerd op het leven van haar eigen betovergrootmoeder. Het boek ontving in 2020 de Boekhandelsprijs. Die voorouder was een njai, een oermoeder die nergens bij naam werd genoemd. Om haar en alle andere onbekende voormoeders stem te geven en tot leven te wekken, gebruikte Michielsen het perspectief van haar inheemse hoofdpersoon.
In het boek vindt deze Isah een plek van bezinning in Batavia. De Sawah Belanda een dergelijke plek is in Nederland, een prachtig gegeven. Wat het ‘Indische’ blijft een complex, ongrijpbaar iets dat vele gedaanten kent. Iets dat je wilt overpeinzen, tracht te begrijpen – niet alleen om onze oermoeder te eren, maar ook, en dat geldt met name voor deze schrijfster, om eens het verleden van haar vader beter te kunnen doorgronden.Saskia Rossi
Saskia Rossi (1957) studeerde Italiaanse Taal- en Letterkunde in Nijmegen. Na twaalf jaar in de VS gewoond en gewerkt te hebben, woont zij nu weer in Arnhem, in een nieuw complex voor Indische 55 plussers.
Haar laatste boek De Ring van Marsini, verscheen in 2019, is een eerbetoon aan haar familie, maar ook aan alle andere Indische families die de Japanse bezetting en Bersiap-periode hebben meegemaakt. Hun verhaal zal als zij er niet meer zijn, worden doorverteld; het zal niet verloren gaan.
Gelukkig zijn er in Arnhem schitterende plekken als Bronbeek en Sawah Belanda die blijvend herinneren aan de dramatische geschiedenis, maar ook aan het doorzettingsvermogen en de moed van de eerste generatie Indische Nederlanders.
-
Mijn OPA, van mijn Indische moederskant, was eigenlijk mijn enige opa. Hij leerde me dat we nooit mogen vergeten waar we vandaan komen ook al zijn de indo’s wellicht te snel geïntegreerd. Op de indo werd vroeger ook nogal neergekeken waardoor zaken als ambitie en status als ‘not done’ werden beschouwd. Totale onzin natuurlijk wellicht is dat de reden om nog trotser te zijn als we iets bereiken.
Wij indo’s passen ons aan … ongeacht afkomst, godsdienst of geaardheid.
Albert van ’t Blik
PACK center verpakkingen Duiven
—————————————-
Wieteke van Dort: overleden 15 juli 2024
Herman Hofman: overleden 6 augustus 2021
Zowel in mijn werkzame leven als in mijn vrije tijd was en ben ik betrokken bij beeldende kunst en kunstenaars. Ambtelijk en bestuurlijk was ik in Vlissingen, Amstelveen, Alblasserwaard en Arnhem betrokken bij kunst en cultuur. Veel vrienden zijn kunstenaar en zij hebben mij vaak geïnspireerd bij de organisatie van festivals en andere evenementen. Met veel genoegen was ik acht jaar voorzitter van de Gemeenschap Beeldende Kunstenaars.
Ook de historie van mijn omgeving boeit me en dat geldt zeker voor Arnhem, waar – zo bleek recent – mijn voorouders aan moederszijde al in de 16e eeuw woonden. Als hoofd cultuur c.a. in Arnhem bemoeide ik me ook met monumentenzorg en dus ging mijn aandacht o.a. uit naar Bronbeek en Sacre Coeur. Toen ik de foto’s zag van het historische Sacre Coeur met concertzaal en schitterende tuinen, kon ik niet begrijpen dat dit prachtige bezit in en vooral ook na de oorlog ten prooi was gevallen aan vernieuwingsdrang.
Het bijzondere initiatief van Joyce en Marion Bloem met Sawah Belanda verdient ruime aandacht en waardering. Als oud-gemeentesecretaris van Arnhem hoop ik van harte dat velen tot in lengte van jaren deze bijzondere plek zullen bezoeken en de achtergronden van dit initiatief willen bezoeken.
Wouter Muller (Bandung, 1947): overleden 26 december 2022
Singer-songwriter en muzikant van Indische afkomt. Maakt al jaren muziek. Hij werd bekend met de Oost-Nederlandse folkgroep “Jakkes”(2 elpees). Richtte in zijn woonplaats Enschede de groep “Quasimodo” op die tot 1999 de begeleidingsband was van Willem Wilmink. Maakte daarmee diverse theaterprogramma’s, de cd “Achterlangs” en de (kinder)cd “Verboden voor Kinderen”. Hij schrijft zijn eigen muziek en teksten (Nederlandstalig) en componeerde behalve voor Willem Wilmink ook voor o.a. Wieteke van Dort. Keerde in 1997 voor het eerst terug naar zijn geboorteland, het huidige Indonesië. Maakte met die ervaring de muziek voorstellingen “Wat is een Indo” en “Indisch Hart” en bracht tot nu toe vijf cd-albums uit en een bijzondere DVD.
Met zijn liedteksten bezingt hij het verhaal van iemand die vanuit zijn Indische afkomst zijn eigen weg zoekt. Geen lofzang op ‘tempo doeloe’ of de verloren gordel van smaragd, maar een even liefdevolle als kritische blik op de Indische cultuur en de prijs van aanpassing aan een andere cultuur. Soms met een ontroerend eerbetoon, dan weer met veel humor. Het is Indisch en niet-Indisch tegelijk, maar indringend, aangrijpend en van begin tot eind recht-uit-het-hart. Met sfeervolle luisterliedjes en swingende rock, met een lach en een traan rijgt Wouter Muller zijn teksten en muziek aaneen tot een meeslepend verhaal.
Hij is wel eens de ‘Boudewijn de Groot van de Indo’s’ genoemd of ‘de troubadour van de Indische hedendaagse muziek’ of ‘de nieuwe Indische stem’. Hij geeft inderdaad een stem aan vele Indische Nederlanders. Zijn indringende teksten en sfeervolle muziek, zijn gedreven speelwijze en bevlogen zang laten je niet onberoerd.
Ook buiten Nederland is Wouters muziek niet onopgemerkt gebleven. Hij heeft diverse concerten gegeven voor de Indische gemeenschappen in de VS (California en Florida), Australië en als muzikaal begeleider meegewerkt aan verschillende groepsreizen naar Java, Bali, Sulawesi en Sumatra.
“Wat Wouter Muller waardevol maakt, is dat hij vanuit een persoonlijke invalshoek algemene gevoelens weet te verwoorden. Nu eens geen bezongen ‘voorbije liefdes’ en ‘betere wereld’ maar liedjes van een bevlogen man die zijn Indisch hart op de goede plek heeft” (Twentse Courant-Tubantia).
“Omlijst door een smakelijk muzikaal mengsel van rock&roll, blues en country verwoordt Muller trefzeker het verleden en heden van de Indische gemeenschap in Nederland” (Trouw).
“Wouter Muller kan in zijn eentje verantwoordelijk gehouden worden voor een nieuwe muziekstroming: de Neder-Indopop. Openhartig en liefdevol verwoordt hij het gevoel van velen die in Indië hun wortels hebben… Daarbij betoont hij zich een warm voorstander van de multiculturele samenleving. In dat opzicht acht ik zijn werk in een tijd als deze van buitengewoon belang” (Ernst Jansz, musicus, schrijver).
foto serge ligtenberg