
Ik neem u graag mee naar Bandoeng, waar wij woonden op de Papandajanlaan 46. Nu Jl. Gatot Subroto.
Ik speelde buiten- zoals alle kinderen altijd buiten speelden- en ineens stopt er een motorrijder naast me en zegt tegen mij: “Strakjes komt je Pappie. Je moet niet schrikken want hij heeft geen tanden meer.”Ik herinner mijn antwoord nog zo goed: “wie is dat mijn Pappie. ”
Even later stopt een jeep en een dunne meneer in een uniform stapt uit de jeep en vliegt naar mijn moeder toe.
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik ging vliegeren.
In Bandoeng brak de Bersiap in alle hevigheid uit.
Ik speelde buiten met bruine, witte,gele kinderen.
We doen spelletjes zoals “andere mensen ”. We vormen achter elkaar een rijtje van 4-5 kinderen. Voorop loopt een jongen en ineens bij de hoek holt hij weg, Dus wij ook. Even later zegt hij tegen ons “ daar liggen mensen zonder hoofd.”
Een ander spelletje wat wij vaak spelen is “brandje maken.” We maken ergens langs de weg een brandje en als iemand boos naar ons toe komt , dan moet ík zeggen dat ze naar links zijn weg gehold. Mijn vriendjes liggen rechts in de berm.
Pas nu, sinds ik museumgids ben in Bronbeek , begrijp ik waarom wij die “spelletjes”speelden.
Wij verhuisden naar Tjimahi, aan de spoorlijn naast de kazerne. Als wij bij de kazernepoort gingen staan, dan kregen we altijd iets van de Ghurka’s. Feest was dat: een klein pakje kauwgom, een stukje chocola en dan liepen we een eindje met ze mee. Stoer.
Met de beschietingen vanuit de passerende treinen op de kazerne en op ons huis, leerde ik leven.
Batavia was onze laatste woonplaats, het Blavatski-park pal aan het Koningsplein. Geen oorlog meer, wel andere ontwikkelingen.
Onze achtertuin werd door een muur afgescheiden van een kampong. In die kampong woonde mijn vriendinnetje Winnie.
In mijn tuin stond een praatboom en in haar tuin ook.
Op een ochtend zaten we weer ieder in onze praatboom.
Mijn vader stond onderaan de boom: “Marian, we moeten weg, wat doe je daar?” “ Ik zoek mijn sloffen. “
Ik vraag nog aan mijn vriendinnetje uit de kampong : “Ga jij ook naar Holland?” “Nee” is haar antwoord.
Op dat moment begreep ik dat er 2 werelden waren. Die van mij en die van Winnie.
Marian
Foto Sunny Gardeur